zondag 12 september 2010

Onderbroek

Op een nacht word ik wakker en weet ik niet waar ik ben. Het is donker en het bed waarin ik lig is nat. Iemand moet me komen helpen. Ik wil mijn moeder of mijn vader, maar ik weet niet of zij er zijn. Plotseling zie ik dat ik bij mijn oma ben. Zijn papa en mama ook hier? Ik weet het niet meer en begin maar vast te huilen. Ben ik hier helemaal alleen? Een nat bed is niet goed. Iemand zal boos op me zijn. Als er iemand komt. Ik huil wat harder. Het vooruitzicht dat er iemand komt om mij te helpen met dat natte bed vind ik ineens niet zo aantrekkelijk meer. Papa en mama slapen en zullen wakker worden door mijn gehuil. Als zij hier tenminste ook zijn. Zij slapen liever ’s nachts en hebben geen zin in een nat bed. Toch huil ik nu heel hard en roep om mijn moeder en mijn vader. Omstebeurt. Ik zet me alvast schrap om een hoop irritatie in ontvangst te nemen.
Dan gaat de deur open en… mijn oma komt binnen! Ze ziet er verfrommeld en slaperig uit. De donkere logeerkamer licht op bij haar entree. Ik hou nog een slag om de arm, is ze boos?
“Ach wicht, dat geeft toch niet”, neuriënd en ontspannen verschoont ze het bed. Ik sta ernaast en kijk hoe ze dat doet. Ik hou van haar.
“Nog even blijven staan. Ik moet even naar beneden om een schone onderbroek voor jou te zoeken”.
Ze komt terug met een gloednieuwe onderbroek. Wit met groene figuurtjes en een oranje kantje. Het is de mooiste onderbroek die ik ooit heb gezien en ik mag hem houden.
Dertig jaar later zit ik naast haar bed. “Ik weet soms even niet waar ik ben”, zegt ze “Heb jij dat ook wel eens?”. Ze moet lachen om haar eigen warrigheid. Soms gelooft ze ineens niet dat ze in haar eigen slaapkamer ligt. Ze ziet de lamp aan het plafond, kijkt me verheugd aan zegt:”Wat leuk! zo’n lamp heb ik ook in mijn slaapkamer”. Gelukkig zijn de heldere momenten weer aan de winnende hand. Het gaat elke dag een beetje beter. Neuriënd maak ik haar eten klaar. Ontspannen help ik haar samen met mijn tante in een schone pant. “Het lichaam is een wonderlijk iets”. Tevreden kijkt ze naar haar lijf onder de dekens. “Dit lichaam gaat al 91 jaar mee en het herstelt zich iedere keer weer. Een wonder, José!” “Ik ga de eeuw nog volmaken hoor”…
Ik zit naast haar bed en brei. Zij zingt, lacht en vertelt.
Ik hou van haar.

4 opmerkingen: